donderdag 10 juli 2014

De kracht van verhalen

Op maandag 23 juni 2014 hield sociologe Christien Brinkgreve in de aula van de Utrechtse Universiteit haar afscheidsrede. Dat korte college ging over De kracht van verhalen. Kort daarvoor was haar boek Vertel : over de kracht van verhalen verschenen. In de jaren daarvoor had ze in andere boeken (De ogen van de ander, uit 2009, en Het verlangen naar gezag, 2012) ook al opmerkingen over verhalen gemaakt.
Toen we in het voorjaar van 2014 besloten om voor de Nederlandse Openbare bibliotheeksector een congres te organiseren over het belang van verhalen én de rol die bibliotheken daarin volgens ons hebben te spelen, benaderden we haar als eerste spreker. Ze sprak in februari van dit jaar in de Groene Engel in Oss over haar boek Het verlangen naar gezag in relatie tot het jaarthema Oefenen voor een andere tijd. Die middag gaf ze aan open te staan voor dat aankomende congres. Vervolgens gingen we op zoek naar andere sprekers, die vanuit een andere achtergrond ook iets zinnigs te melden hebben over 'De kracht van verhalen'. Klik hier voor het programma voor deze bijeenkomst op dinsdag 30 september 2014.

Waarom organiseert een Openbare Bibliotheek zo'n congres?
Ligt het niet meer voor de hand dat een faculteit taal- en letterkunde van een universiteit dat doet? Of een debatcentrum in Amsterdam? Een krant?
Om te beginnen heeft het te maken met de notie die we in Noord Oost Brabant hebben dat een bibliotheek moet proberen mensen in haar werkgebied na te laten denken over maatschappelijke ontwikkelingen. En ieder mens die daar mee bezig is, zal - noodgedwongen of uit vrije wil - op zeker moment terug moeten vallen op boeken. Fictie en non fictie. Die een bibliotheek kan leveren. Niet alles is te koop of als (illegale) download verkrijgbaar. Maar belangrijker is dat een bibliothecaris in staat is relevante boeken (of filmpjes, websites, songs, blogs) aan te reiken. Ze in een context te plaatsen. En daaromheen uiteenlopende zaken te programmeren. Denk aan een (ouderwetse) literatuurlijst, een lezing, tentoonstelling, presentatie, cursus, workshop, debat, excursie et cetera. Maar, en daar gaat het in dit verband (De kracht van verhalen) om, dit kan alleen als je als bibliotheek zelf een 'soort verhaal' voor jouw 'omgeving' hebt. Benoemt. Neerzet. Een woord of zin of een iets langere tekst. Die richting geeft. Je als het ware dwingt om binnen dat verband te (gaan) werken. In onze regio doen we dat sinds een jaar of tien. We zoeken een (breed maatschappelijk) thema, plakken daar een pakkende (althans, dat is de insteek) titel op (voilá 'ons verhaal') en gaan aan de slag. Go, make something happen.

Een analyse
Maar dat kan alleen als je als bibliothecaris bereid bent te volgen wat zich in de samenleving afspeelt. Niet een beetje. Er - zoals veel medelanders - globaal kennis van neemt. Nee. Je moet als programmerende (of om binnen het kader van het congres te blijven: verhalen vertellende) bibliothecaris - helaas (maar ik betrek de stelling: gelukkig) - veel lezen. In je 'eigen' vrije tijd. Niet met tegenzin. Nee.

Doorlopend benieuwd naar nieuwe 'dingen', ontwikkelingen, trends. Wetend dat je er nooit in zult slagen om 'alles' te volgen. Tot je te nemen. Je zult het moeten doen met wat je op je pad aantreft. En dan - erg belangrijk - een standpunt in te nemen. Een conclusie te trekken. Niet 'het' standpunt. Nee, 'een' standpunt. Dat later aangepast zal (moeten) worden. Ook wetend dat dit standpunt per definitie subjectief is. Objectiviteit bestaat niet. Wat wel kan - én moet - is om dat standpunt vervolgens zo breed mogelijk uit te werken. Naar voren te halen. Zo neutraal mogelijk. Vanuit verschillende gezichtspunten aanvliegen. Dat is niet gemakkelijk, want ieder mens is behept met vooroordelen, zit opgesloten in zijn of haar filter bubble. Een deel van de oplossing zit in het team dat binnen een bibliotheek zo'n jaarthema uit gaat werken. Zorg dat het divers is. Qua samenstelling en kijk op de werkelijkheid! Vul elkaar aan. Roep indien nodig elkaar tot 'de orde'. Kweek een stamgevoel. We stand as one.

Waarom juist nu een congres over verhalen vertellen
De belangrijkste reden is dat je overal om je heen kunt opsnuiven dat 'de mensen' snakken naar een ander verhaal. Niet een nieuw verhaal. Of een beter verhaal. Dat is aanmatigend. Reclametaal! Elk verhaal dat op zeker moment komt bovendrijven is op het moment van ontstaan 'het beste' verhaal. Want waarom zou een ander of nieuw verhaal ontstaan dat vanaf het begin 'slecht' is.

Wat wél waar is dat elk verhaal op zeker moment iets (of veel) van haar glorie verliest. Aan kracht inboet. Sleets wordt. Er is nog geen ander verhaal, maar het oude (o zo vertrouwde) is 'op'. En in meerdere of mindere mate wordt uitgekeken naar een ander verhaal. Dat zweeft ergens in de coulissen, maar is nog niet opgepimpt tot hét verhaal, dat het gros van de burgers aanspreekt. Waarin ze zich kunnen of willen vinden. Waar ze warm voor lopen. Voor willen gaan.

Een interbellum
Naar onze mening leven we nu in zo'n periode. Een soort interbellum. Het oude verhaal is over. Is niet wervend meer. Mensen lopen verdwaasd rond. Waar staan we. Gaan we naar toe. Binnen onze regio noemen we dit Oefenen voor een andere tijd. Iedereen die een beetje de maatschappelijke ontwikkelingen volgt weet dat we midden in een grote transitieperiode zitten. Al het oude, vertrouwde staat op omvallen. Gaat veranderen. Is deels al veranderd. Alleen is er geen dragend verhaal. Dat door de meeste burgers wordt gedeeld, onderschreven. Overal veranderen dingen. Maar meestal zonder kompas. Afgedwongen door externe oorzaken. "Het financieringstekort!", "Het moet van Europa", "Dé vergrijzing", "Help, de Chinezen komen" "Het klimaat verandert" Soms ook omdat burgers in hun eigen 'kleine' kring aanvoelen dat 'dingen' anders moeten. Starten dingen op die (soms) haaks staan op 'het oude verhaal'. Oefenen met een ander thema, verhaal. Op hun gevoel. Niemand heeft hun daartoe opdracht gegeven. Of aangezet. Al oefenend zullen alle oefenaren ongewild bijdragen aan het tot stand komen van een ander verhaal. En later zal iemand opstaan en formuleren wat het andere verhaal is. Uiteraard zijn er mensen die dit aanvoelen en al pogingen ondernemen om dat andere verhaal als het ware uit de lucht te plukken en in woorden neer te zetten. De mensen achter de TrendRede behoren tot die groep. Maar ook Christien Brinkgreve. Of Joke Hermsen. Paul Verhaeghe. Dirk De Wachter, Michael Sandel. Rutger Bregman. Peter Sloterdijk. Thomas Decreus. Schrijvers, denkers, sociologen. Mensen die op hun manier ook al jaren lang onze samenleving en tijd volgen. Een analyse maken. Een deel van het grote andere verhaal aandragen. Interessant om te volgen. Kennis van te nemen. Als bibliothecaris mee te nemen in jouw poging mensen in jouw werkgebied kennis te laten nemen van deze ontwikkelingen. Klik hier voor een literatuurlijst met boeken over onze veranderende samenleving.

Ondertussenheid en een kansenwalhalla
Trendstrateeg en beeldbouwer (what's in a name!) Caroline Beekhoff formuleerde het onlangs mooi. Ze ziet onze tijd als een feestelijke periode. Waarom?
Feest omdat we het keerpunt rond het dal steeds verder achter ons laten; en feest vanwege de huidige 'tijd van ondertussenheid': een kansenwalhalla voor elk van ons.

Hieronder volgen een groot aantal citaten uit boeken waarin ingegaan wordt op het belang van verhalen voor een samenleving als de onze die in een transitiefase zit

Verhalen hebben een uitwerking
Verhalen doen veel. Ze hebben hun uitwerking op anderen, maar ze betekenen vooral veel voor degenen die ze vertellen. Ze brengen lijn in het leven, een grotere eenheid en consistentie, wat orde in de chaos kan geven, een gevoel van autobiografische eenheid in de wirwar van ervaringen en gebeurtenissen. Het eigen verhaal geeft mensen een duidelijker gevoel van wie ze zijn en waar ze staan (plaatsbepaling, betekenisgeving, zelfdefiniëring). Het verhaal als visitekaartje, voor anderen, maar vooral voor zichzelf: 'Dit ben ik, dit is mijn verhaal',  en dat wordt dan algauw, slechts een stapje verder: ik ben mijn verhaal. Mensen gaan leven naar hun verhaal: ze zien duidelijker wat kenmerkend voor ze is, en gaan in die sporen verder. (Brinkgreve. De ogen van de ander, p. 69-70)

Het citaat hieronder gaat óók op voor de bibliothecaris!
De schrijver dringt in een verhaal binnen door te vertellen wat er ontbreekt. Een psychoanalyticus doet dit door goed te luisteren, ook naar wat onverteld blijft, en helpt dit onder worden te brengen. Een socioloog leest, kijkt en luistert met een alert oog voor wat er in een cultuur, en binnen mensen, verdrongen wordt, en verbindt biografie en samenleving. Wat ze gemeen hebben is het oor en oog voor tegenspraak, voor ontstemming en ontregeling - voor de dissonanten van de tijd, die de kiemen kunnen vormen voor een ander verhaal. (Brinkgreve. Vertel, p. 70-71)

Het verhaal als bouwwerk
Het verhaal als bouwwerk, het is een beeld dat zich aan me opdringt: een gebouw waarin je kunt leven, dat beschut en beschermt tegen weer en wind, waarin soortgenoten wonen en dat de vijand buiten kan houden. Het behoud van dit gebouw vraagt om een voortdurende inspanning: het moet gestut, verfraaid en soms gerestaureerd worden. Er komen nieuwe vertrekken bij en andere worden afgestoten. Het fundament blijft hetzelfde, evenals de grondstructuur, maar de invulling varieert. (Brinkgreve. Vertel p. 144-145)

Barack Obama
In zijn eerste inauguratietoespraak hield Barack Obama in 2009 zijn gehoor voor dat elke generatie een bepaalde taak op zijn of haar bord krijgt. Een grote hobbel die overwonnen moet worden. Niemand heeft om die opdracht gevraagd, maar we moeten iets doen met de slaven, Europa te hulp schieten in de Eerste én Tweede Wereldoorlog of de zwarten in ons land meer rechten geven. Obama weet dat we in het begin van de 21e eeuw weer voor grote opgaven staan. Hij bepleit een houding om daar mee om te gaan. Kort en bondig komt dit er op neer dat je als burger in het leven staat. Je zelf een beetje weg kunt cijferen. Bereid bent zonder talmen of met veel tegenzin alles te doen wat in jouw macht ligt. Obama vertelt een verhaal. Een verhaal waarin het iets meer om de gemeenschap draait, en minder om ons aller ik-gevoel. Christien Brinkgreve en andere denkers spreken zich elk op hun manier ook enigszins in die richting uit.

Gebruik metaforen, visualiseringen en verhalen
In 2012 verscheen Cocreatief leiderschap : mierenspel van Yves Larock & Sven De Weerdt. Een praktische gids voor iedereen die binnen een bedrijf vanuit een leidinggevende rol bezig moet zijn met veranderingen. Uit een van de laatste paragrafen het volgende citaat: Het effect van verhalen
Werken met verhalen heeft nog enkele andere effecten. () Verhalen raken snaren die via rationele uiteenzettingen veel minder snel gaan vibreren. Ten opzichte van een rationeel betoog zal een verhaal langer resoneren in de geest van de luisteraar. () Verhalen werken bovendien verbindend. Verhalen verbinden verleden, heden en toekomst. () Ook verbinden verhalen mensen. Omdat ze zich gezamenlijk in een verhaal herkennen, ze er samen door geraakt worden, ze gelijktijdig luisteren naar en betekenis geven aan het verhaal. Of omdat ze samen terugreizen naar het verleden of samen vooruitblikken naar de toekomst. (Larock. p. 81)

Een ander verhaal
Hoog tijd dus voor een ander verhaal dat zich aan het ontwikkelen is, met bijdragen van sociologen, filosofen en psychoanalytici. Een aantal kritische tijdsdiagnoses legt de vinger op dezelfde zere plekken: op de ziekmakende systemen die mensen overbelasten, marginaliseren, overbodig verklaren, beroven van zin, ontdoen van betekenis. Ze wijzen op de vervreemdende arbeid door de automatisering van het werk, de hiërarchische structuur waarin mensen werken en waarbinnen ze weinig te vertellen hebben, het verlies van de band met hun werk of met het bedrijf waar ze werken. Het kwaad wordt door denkers als Richard Sennett (socioloog), Hans Achterhuis (filosoof), Paul Verhaeghe (psychoanalyticus) en Michael Sandel (politiek filosoof) gelegd bij wat de 'neoliberale markteconomie' wordt genoemd. Hoe verschillend ook hun achtergrond, hier klinkt een verwante melodie. (Brinkgreve. Vertel, p. 59)

Diagnoses
Wat zijn diagnoses die nu veel voorkomen? Hoog scoren in elk geval depressie, dissociatieve stoornissen, borderline, narcisme, ADHD, en deze worden met een aantal vaste thema's in verband gebracht, zoals instabiel zelfgevoel, leegte, gebrek aan houvast, zinloosheid, sociale uitsluiting; begrippen die verwijzen naar anderen, naar een context, en die ook iets aangeven van de beleving van mensen. Thema's die onderdeel vormen van een verhaal over gezinsverhoudingen en arbeidscondities, over een cultuur van onbegrensdheid en de eisen van de tijd. Over het aan de kant schuiven van mensen omdat ze oud zijn of improductief worden gevonden. (Brinkgreve. Vertel p. 62-63)


Kritiek op het 'neoliberale marktdenken'
Ik denk dat er nog iets anders verdrongen wordt; het besef dat mensen sociale wezens zijn, afhankelijk, aanhankelijk, gevormd door anderen, en op anderen aangewezen om in leven te blijven. Het is wonderlijk dat een zo cruciaal besef, dat een steeds terugkerend thema vormt in de geschiedenis van het denken en handelen, zo is weggevaagd, verdreven door het individualiserende denken dat hoort bij de ideologie van de vrije markt. Een ideologie die net zo indringend lijkt te zijn als vroeger het katholicisme, met zijn invloed op gedrag, moraal en identiteit. En ongemerkter, omdat het neutraal lijkt, objectief, een rationele manier van denken en doen, gefundeerd op wetenschappelijke inzichten. Volgens deze ideologie is de markt een goed en rechtvaardig instrument dat mensen ten goede komt, kunnen mensen in vrijheid kiezen en handelen, en is het economisch nut de belangrijkste waarde en de beste meetlat voor politieke afwegingen en beslissingen. Op een vanzelfsprekende manier wordt de samenleving - het werk, het onderwijs, de manieren van denken en oordelen - dienstig gemaakt aan de economie, en gereduceerd tot het vraagstuk van economisch nut. (Brinkgreve. Vertel p. 65-66)
Een nieuw verhaal
Deze kritiek op het neoliberale marktdenken is niet nieuw, maar vindt in deze tijd krachtige en overtuigende vertolkers. Deze kritische beschouwingen kunnen het uitgangspunt vormen voor een nieuw verhaal, waarin andere begrippen domineren zoals solidariteit, verantwoordelijkheid, betrokkenheid. Het begrip kwetsbaarheid doet weer mee, als tegenwicht tegen virulent machogedrag. (Brinkgreve. Vertel p. 66)

Andere woorden treden naar voren
Het neoliberalisme, aldus de kritische beschouwers, leidt tot uitputting van de natuur en van mensen - denk aan de roofbouw op de aarde en de grote toename van psychische klachten -, de bronnen van onbehagen waarmee dit hoofdstuk begon. Er komen andere woorden op, zoals verbinding, duurzaamheid, balans, energie, empathie, betrokkenheid, verantwoordelijkheid: relationele woorden die passen in een ander verhaal, het verhaal over het belang van de context, van anderen die tot steun kunnen zijn of demoraliserend kunnen werken, over het belang van erkenning en van ergens bij horen voor een gevoel van eigenwaarde en betekenis. (Brinkgreve. Vertel p. 68)

In een verhaal geloven
De vraag naar de waarheid doet hier niet ter zake, mythen worden ervaren als werkelijkheid. () Zoals de antropologe Jet Bakels schrijft: 'Believing a story does not depend on proof but on meaning. [..] A story is trustworthy if it fulfills the purpose of giving moral guidance. It is not so much a matter of believing because it can be proved, but of believing because it can be felt, because one can benefit from it morally.' (Brinkgreve. Vertel p. 83)

De bezielende kracht van verhalen
Onze geseculariseerde samenleving heeft een andere verhouding tot mythen. We hebben de goden verjaagd, de wereld onttoverd, en leggen ons toe, met ons geloof in wetenschappelijk denken, op het ontmaskeren van mythen. Een niet te onderschatten winst, als je bedenkt hoeveel slachtoffers mythen kunnen maken, lopend van verkeerde diagnoses bij kraamvrouwenkoorts tot destructieve sociale mythen waarin bevolkingsgroepen tot bron van het kwaad worden uitgeroepen, en verdelgd.
Maar onderschat wordt de bezielende kracht van verhalen, die tot voorbeeld kunnen strekken, de saamhorigheid versterken en mensen weer zelfvertrouwen geven; of die de patronen en systemen laten zien waarin mensen verwikkeld zijn - andere mensen die anders leven en een andere geschiedenis hebben. Verhalen die motieven kunnen blootleggen, verzwegen kanten laten zien zoals angst, vernedering, wraakzucht; of die de blik verruimen, de eigen gewoonten relativeren, en de empathie voor anderen vergroten. (Brinkgreve. Vertel, p. 87-88)
Alles is verhaal, om de chaos te bedwingen
Ooit begon het met het verhaal; ik herinner me opeens de plechtige woorden In den beginne was het woord, en het woord was bij God en het woord was God. Ik vraag Huub Oosterhuis of deze woorden kloppen, erg Bijbelvast ben ik niet; het blijkt het begin van Johannes te zijn. Ik weet dat talloos vele Schriftgeleerden en exegeten zich met deze regels hebben beziggehouden, maar voor mij betekent het dat het samenleven verhalen nodig heeft, dat de eerste ordening begint met verhalen over wie en waar we zijn en bij wie we horen. Dat de God, wie de scheppingskracht wordt toegekend, dit doet via het woord, via het verhaal. 'Alles waarmee we het doen, is verhaal,' is Oosterhuis' slotakkoord van ons gesprek over zijn bewerking van de Arthurlegenden en over de betekenis van verhalen. 'Alles is verhaal.' We leven in verhalen. En op mijn vraag waarom we volgens hem verhalen nodig hebben, is zijn antwoord zonder nadenken: 'Om onze verbeelding te ordenen, om de chaos te bedwingen.' (Brinkgreve. Vertel p. 96-97)

Oefenen voor een andere tijd
Breuken en transities vragen om verhalen. Dat geldt voor individuele levens, maar ook voor grotere verbanden als bedrijven en instellingen: ook die ondergaan transities zoals de overgang van meer hiërarchische structuren naar meer democratische, van kleinere eenheden naar grote agglomeraties of omgekeerd, van monoculturele organisaties (witte mannen) naar meer diversiteit (ook vrouwen en allochtonen). Dat gaat meestal niet vanzelf, vaak met hangen en wurgen, weerstanden en hardnekkige oude patronen, en dat betekent werk voor al die begeleiders van transitieprocessen, de coaches en managers die evenmin als de leidinggevenden nog kunnen aankomen met een blauwdruk uit de la. Het regime van bevelen en gehoorzamen werkt vaak niet meer goed, mensen moeten betrokken worden en gemotiveerd, en dat vereist iets anders dan orders van boven. Het brengt met zich mee dat mensen zich moeten uitspreken en naar elkaar luisteren, en dat zich geleidedijk iets ontwikkelt van een 'nieuw verhaal' over doel, profiel en manier van werken, waarvoor mensen zich willen inzetten. (Brinkgreve. Vertel p. 133-134)

Peter Sloterdijk's Sferen en Schuim
Ik was verrast te zien hoezeer deze sociologische benadering van het zelf terug te vinden is in het werk van de filosoof Sloterdijk, in zijn eerder genoemde Sferen, te lezen als een ontwikkelingsgeschiedenis en als tijdsdiagnose. Grondgedachte is dat mensen altijd leven in paren, als dividuen, die samen 'sferen' scheppen. Mensen kunnen niet zonder anderen, zonder sferen. Intieme sferen zoals tussen moeder en kind, in liefdesverhoudingen en vriendschappen, tussen leraar en leerling; maar ook met God, met doden, met imaginaire anderen. Naast dit bezielde kleinschalige verband, waarin mensen in 'bellen' leven, zijn er sferen op grotere schaal: de mensheid op de wereldbol, onder de hemel. En in deze tijd leven we in 'schuim', in subculturen: de eigen sferen in de moderne tijd. De Grieken hadden nog een beschermde kosmos, de middeleeuwers hadden Gods wereld. Veel moderne mensen wonen in een oneidig, onverschillig heelal, waarin harder gewerkt moet worden aan sfeervorming, waarin veel meer keuzes zijn in sfeertypen. Dat is Sloterdijks diagnose van deze tijd, de vrije, geëmancipeerde democratie, de 'affluent society.' (Brinkgreve. De ogen van de ander p. 113-114)
Mensen maken verhalen, verhalen maken mensen
Deze zin is afkomstig van Christien Brinkgreve. Het was een motto voor het hoofdstuk 'Een plaats in het verhaal' in Het verlangen naar gezag (uit 2012). En het overall motto voor haar recentste boek Vertel : over de kracht van verhalen. Hieronder de eerste regels uit hoofdstuk 5 uit Het verlangen naar gezag
Mensen hebben verhalen nodig. Verhalen kunnen betekenis geven en perspectief bieden. Ze kunnen thema's en lijnen in het eigen leven duidelijker maken, en mensen het gevoel geven deel uit te maken van een groter geheel. De eigen stem en het gedeeld veerhaal, en hoe individuele stemmen een gedeeld verhaal kunnen worden, en daarmee houvast bieden.
De grote gezaghebbende verhalen - religie, socialisme, liberalisme - hebben voor menigeen hun zeggingskracht verloren, maar er kunnen nieuwe verhalen ontwikkeld worden die gebaseerd zijn op de verhalen van de betrokkenen. Verhalen als fundament voor andere vormen van gezag. (Brinkgreve. Het verlangen naar gezag, p. 140)
Identiteit
Toen op maandag 12 juni Christien Brinkgreve in Utrecht afscheid nam van de universiteit liep in het cortège de Belgische hoogleraar Paul Verhaeghe mee. Niet verrassend want zij sprak tijdens de presentatie van zijn boek Identiteit én ze citeert deze psychoanalyticus in haar boeken. Twee verwante zielen die elk vanuit hun eigen achtergrond een zelfde kijk op onze huidige tijdgeest hebben. Beiden realiseren zich dat 'onze' verhalen en identiteit op een bepaalde manier 'op' zijn of diffuus zijn geworden. Tijd om op zoek te gaan naar een ander 'leidend' verhaal of identiteit. Niet zo zeer op individueel niveau, maar meer voor onze samenleving en tijd. Hieronder een lang citaat uit zijn boek
Familie verhalen liggen volledig ingebed in een ruimere cultuur en geschiedenis die zowel letterlijk als figuurlijk, inhoudelijk en formeel, onze identiteit nog verder bepalen. Het vormgevende aspect betreft het lichaam. Drie generaties geleden was een sportief iemand een man (zelden een vrouw) die naar het wielrennen of het voetbal ging kijken, met een pint in de hand en een sigaar in de mond. Vandaag gaan we allemaal naar de fitness, moeten mannen er als eeuwige adolescenten uitzien en vrouwen als anorexialijdsters met borsten. Toen was een vast baantje bij een overheidsinstelling zeer begeerd, nu kijkt men daarop neer en straks wordt het ongetwijfeld weer aantrekkelijk. Zowel ons uiterlijk als de bijbehorende innerlijke ervaring en de omgangsvormen zijn ten volle gedetermineerd door de boodschappen die we te horen krijgen. (Verhaeghe. Identiteit p. 26)
Die verhalen en beelden vanuit onze familie, de sociale klasse waartoe we behoren, de cultuur waarvan we deel uitmaken, allemaal vormen ze de symbolische orde, het Grote Verhaal, als verzamelnaam voor het narratief geheel dat door een ruimere groep gedeeld wordt, met als resultaat een min of meer gemeenschappelijke identiteit. Min of meer, want zodra je de groep vergroot of verkleint (familie, dorp, provincie, natie, etc.), verschuift de identiteit. Aan de basis ligt telkens een 'echt' gebeurd verhaal, waarvan de inbedding steeds vager en mythischer wordt. Zo zou de Nederlandse identiteit teruggaan op de stoere Bataven die weerstand boden aan de Romeinen, en de Vlaamse identiteit op de stedelijke gilden die in 1302 de Franse edellieden versloegen. Dat beide verhalen historisch onwaar zijn en vooral teruggaan op romantische fictie doet even geen afbreuk aan de kracht ervan, integendeel. Zulke verhalen zijn inderdaad vooral verhalen (de Leeuw van Vlaanderen, de jongens van Jan de Witt, etc.) die onze identiteit inkleuren. (Verhaeghe. Identiteit p. 27)


Identiteit of verhalen / verhalen én identiteit
Feitelijk hebben Christien Brinkgreve en Paul Verhaeghe het over hetzelfde. In onze sterk geïndividualiseerde, neoliberale samenleving zijn we 'iets' kwijtgeraakt. Noem het onze identiteit. Of 'ons' verhaal. Ze horen bij elkaar. Het een kan niet zonder de ander.

De Belgische psychiater Dirk De Wachter mengt zich ook in dit debat. Een zoektocht naar een ander verhaal. Sinds zijn Borderline times : het einde van de normaliteit (uit 2012) komt hij regelmatig in kranten of tijdschriften aan het woord. Zo ook in het zomernummer van De Groene Amsterdammer ('Zorgen voor iemand is goed voor jezelf'). Met als ondertitel: psychiater Dirk De Wachter over de Ander en verbondenheid in tijden van narcisme. Daaruit onderstaand citaat om aan te geven dat een nieuw verhaal 'in de lucht hangt' en dat een aantal verwante 'zielen' ongeveer weten waar het gezocht moet worden.
Hij is niet de enige die aan de noodrem trekt. Hij noemt het mondiale succes van Le capital au XXIe siècle van Thomas Piketty. Of het manifest Indignez-vous! van de Franse diplomaat Stéphane Hessel (1917-2013), die in 2010 opriep tot vreedzaam verzet tegen de groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk en de wijze waarop de welvaartsstaat wordt uitgekleed. Van het boekje werden er miljoenen verkocht, ook buiten Frankrijk. De Amerikaanse economen Paul Krugman en Joseph Stiglitz - ook zij wijzen op het systeem waarin wij vast zitten en waarvoor we psychisch de prijs betalen. 'Ik heb sterk het gevoel dat er iets aan het kantelen is, van onderop. Er is een onderstroom van jongeren die het anders willen.'
Maar hij gelooft niet in een groot omvattend ideologisch anker, eerder in een nieuwe ethiek op individueel niveau. 'De Duitse filosoof Peter Sloterdijk zegt: je moet je leven veranderen en dat vergt oefenen, oefenen, oefenen. Ik zeg, als psychiater: een verlangen niet meteen consumeren maar uitstellen. Niet je ongenoegens externaliseren en de schuld zoeken bij de ander: de Grieken, de Chinezen, de Marokkanen. Maar "de ander" toelaten en er een verbinding mee aangaan. Het doel van het leven is niet gelukkig zijn maar goed mens zijn. '

(donderdag 10 juli 2014)
Hans van Duijnhoven